over gereedschappen, deel 1
Natuurlijk heb je voor borduren eigenlijk genoeg aan een lapje, een naald en garen...
Toch zijn er een aantal gereedschappen die het borduren kunnen vergemakkelijken, ik wil er een aantal uitlichten in dit blog. En daarbij uitleggen waarom ik deze gereedschappen zo handig vind en hoe ik ze gebruik.
Borduurringen: Er zijn verschillende soorten borduurringen in omloop, waarvan de houten borduurringen in verschillende maten het bekendst zijn. Deze borduurringen gebruik ik eigenlijk alleen als decoratieve afwerking/ omlijsting van m’n borduurwerk. Ik heb een voorkeur voor het opspannen van m’n stof in een recht borduurraam, omdat je daarin je stof recht van draad op kan spannen om op te werken. In een rond frame zoals een borduurring zal je altijd je stof enigszins schuin trekken. Voor freestyle borduren of een klein borduurwerkje op een bestaand kledingstuk gebruik ik soms wel een borduurring, maar dan heb ik de voorkeur voor een kunststof ring met een metalen klem, die je stof direct vastklemt en ook weer makkelijk verplaatsbaar is. Doordat deze verplaatsbaar is hoeft deze niet groot te zijn, de ring van 13 cm is ideaal omdat deze goed met een hand vast te houden is.
Scharen: Voor het borduren is een goed scherp klein borduurschaartje onder handbereik erg prettig om draden af te knippen, ook dicht tegen de stof aan na het afhechten. Een stofschaar wordt gebruikt om de stof waarop je werkt op maat te knippen, zorg ervoor dat je die echt alleen voor stof knippen bewaard, van papier wordt een schaar erg snel bot. Een goudschaartje kan een oud borduurschaartje zijn, of een goedkoop maar wel scherp schaartje. Je knipt hiermee metaaldraad, cannetilles en purls in verschillende diktes, dat is nogal een aanslag op je schaar, vandaar dat je daarvoor geen mooi waardevol schaartje moet nemen.
Naaldentang: dit is een stukje gereedschap uit de medische wereld. Een naaldentang kan je gebruiken om een naald door stof of andere zware materialen heen te duwen of te trekken. Het fijne van deze tang ten opzichte van gewone tangen is dat deze tang een vergrendeling heeft als je een naald vastklemt, en dat je dus niet hoeft te blijven knijpen om grip op de naald te houden. Verder heeft deze tang de fijne eigenschap dat hij wel klemt, maar ook mee veert en de naald dus niet beschadigd, en met een vlotte beweging ook de vergrendeling weer loshaalt.
Priem: gebruik je om een gaatje in je stof te maken. Daarbij duwt de priem alleen de weefseldraden opzij, net als een dikke borduurnaald. Ik gebruik een priem om ruimte in m’n stof te maken om koord, gimpkoord, chenille en lint doorheen te halen en aan de achterkant af te werken. Daarna wrijf ik als het ware de stof weer dicht met een babytandenborsteltje. Een priem is ook een fijn stuk gereedschap om borduurgarens en dun lint over te begeleiden om zonder draaiingen te kunnen verwerken.
Lasso: gebruik ik om koord, gimpkoord, chenille, lint en opgenaaide gouddraden en fantasiegarens door een priemgat naar achteren te trekken. Een lasso kan van alles zijn, bv een draaddoorhaler, een naald met een draadlus eraan, een speciale plunging-naald, dubbelgevouwen ijzerdraadje of een doorhaler voor dentaal flosdraad.
Magneetjes gebruik ik eigenlijk overal voor. Ik heb verschillende paren magneetjes op m’n borduurraam om een naald even aan te klikken als ik m’n werk om wil draaien of als ik met meerdere garens werk. Verder gebruik ik 2 paar magneetjes om kralenschaaltjes op m’n werk vast te zetten, en om diverse gereedschappen zoals een schaartje of een priem op m’n werk te leggen zonder dat ze wegrollen.
Kleermakerskrijtpotlood: Ik heb zelf een voorkeur voor een heel dun vulpotlood met kleermakerskrijt van 0,9mm dik, daarmee zet ik tijdelijke patroonlijnen op de stof. Het voordeel is dat dit heel snel stoffig wordt en verdwijnt waardoor er geen lijnen op je werk achterblijven. Mocht je een lijn hebben gezet die niet naar je zin is kan je deze makkelijk wegvegen met het babytandenborsteltje. Dit kleermakerskrijt gebruik ik ook om tijdelijke aantekeningen op een ouderwets leisteentablet te maken, die ik met een vochtig doekje weer kan wissen.
Kantklosjes, gebruik ik om een gouddraad op te wikkelen die alleen maar opgenaaid wordt. Daarmee voorkom je het beschadigen van de draad doordat deze niet in de knoop raakt of over je werkplek rondslingert. Voor dun gouddraad gebruik ik daarvoor ook wel frivolitéspoeltjes.
Kralenschaaltjes: triangelschaaltjes en goudschaaltje. Triangelschaaltjes gebruik ik om kralen en pailletten gesorteerd te houden. Als ik een groot borduurraam gebruik kan ik verschillende schaaltjes naast elkaar plaatsen. Ik zet deze schaaltjes met 2 paar magneetjes vast aan de stof zodat ze niet kunnen verschuiven, en ik kralen met m’n naald in een punt op m’n naald kan schuiven in een beweging. Mijn “goudschaaltje” bestaat uit een borstelig kralenmatje in een klein houten borduurringetje. Hierop knip ik m’n purls en cannetilles, door de borstelige ondergrond springen de stukjes niet weg en blijven ze goed liggen om op je naald te prikken (een alternatief is een lapje fleece, vilt of fluweel). Vaak gebruik ik dat schaaltje ook om even een paar kraaltjes of swarovski-kristallen klaar te leggen.
When you subscribe to the blog, we will send you an e-mail when there are new updates on the site so you wouldn't miss them.
Comments