patronen overnemen op stof

met m'n mooie Pfaff naaimachine een stencil maken voor het overbrengen op stof

PATRONEN OVERNEMEN OP STOF

Voordat je begint aan een borduurwerk is het altijd fijn om een patroon op de stof te zetten als leidraad. Ik kies zelf altijd voor een kleermakerskrijtpotlood. Dit is een heel dun vulpotlood met kleermakerskrijt van 0,9mm dik, daarmee zet ik tijdelijke patroonlijnen op de stof. Het voordeel is dat dit heel snel stoffig wordt en verdwijnt waardoor er geen lijnen op je werk achterblijven. Mocht je een lijn hebben gezet die niet naar je zin is kan je deze makkelijk wegvegen met een babytandenborsteltje. Ik gebruik nooit markers of pennen, omdat deze vaak niet goed te verwijderen zijn, en ik niet weet wat de inkten op de lange termijn voor een inwerking op de stof hebben.

PATROON OVERBRENGEN MET ZIJDEVLOEIPAPIER

Hiervoor heb je nodig:

• Patroon
• Zijdevloeipapier
• potlood
• Kralennaald
• Garen
• Spelden of magneetjes

Neem van de patroontekening de belangrijkste lijnen (in rood gemarkeerd) over op zijdevloeipapier. Gebruik de ruwe kant van het papier om op te tekenen.

Speld de zijdevloeipapier met patroontekening op de opgespannen stof of zet deze vast met magneetjes.

Borduur met kleine rijgsteekjes ( ca 3 mm) over de aangegeven lijnen. In dit geval heb ik dat met metallic siergaren gedaan zodat deze steekjes een geheel kunnen vormen met het borduurwerk.

Aan het eind van de lijn hecht ik af met een dubbel steekje over elkaar.

Als alle lijnen doorregen zijn kan het dunne zijdevloeipapier zonder moeite weggescheurd worden en blijven de lijnen in borduurgaren over.

Traceren met een lunevillenaald.

Borduur met de lunevillenaald aan de voorkant van het werk met een siergaren een kettingsteek om het patroon aan te geven. Deze rij steken kan doordat ze met siergaren gemaakt worden meteen deel uitmaken van het totale ontwerp.

PATROON OVERBRENGEN MET SJABLOON EN KRIJT

Als je een motief meermalen wil kunnen herhalen kan je daar ook een sjabloon voor maken, hiervoor heb je nodig:

• kalkeerpapier, stevig overtrekpapier dat door architecten gebruikt wordt en verkrijgbaar bij de betere kunstmaterialenhandel.
• Potlood
• Spelden of magneetjes
• Een prikpen en prikmat
• Een zakje krijtpoeder, dit kan ook het krijtpoeder van een rokspuit zijn.
• Een babytandenborsteltje
• Een kleermakerskrijtpotlood

Trek met een potlood het motief over op het kalkeerpapier. Leg het papier op een prikmat of andere zachtere ondergrond en prik de motieflijnen met ca 3mm afstand tussen de gaatjes door. Ik gebruik hiervoor soms ook m’n oude PFAFF handnaaimachine zonder garen om m’n patronen te prikken.

Zet het sjabloon vast op de stof met spelden of magneetjes met de doorgeprikte gaatjes naar boven, de bovenkant van het sjabloon voelt aan als een rasp. Wrijf met een krijtzakje over de motieflijnen zodat er overal krijtpoeder zit. Wrijf met het babytandenborsteltje het krijtpoeder stevig in de gaatjes van het sjabloon.

Als je het sjabloon verwijderd is het motief in krijtstippen zichtbaar, maak de tekening duidelijker door de punten met een kleermakerskrijtpotlood te verbinden. Het sjabloon is hierna nog meermalen te gebruiken. Het voordeel van kleermakerskrijtpotlood is dat het heel snel verstoft en verdwijnt of weg te borstelen is met een babytandenborsteltje. Daardoor is het eenvoudig om tijdens het borduren aanpassingen aan het ontwerp te doen zonder vast te zitten aan ontwerplijnen die zichtbaar blijven.